Onderzoek is de basis van vooruitgang. Het helpt ons om dingen beter te begrijpen en nieuwe inzichten te krijgen. Daarom is er deze pagina om al het onderzoek naar de Davis-methode te verzamelen. Hier vind je onafhankelijke studies en de wetenschappelijke onderbouwing.
De schoonheid en kracht van de Davis-technieken zit in hun eenvoud en grote impact. Ron Davis heeft boeken geschreven die in ongeveer 15 talen zijn vertaald, waaronder Nederlands. Deze boeken beschrijven de methode in detail. Ze inspireren onderzoekers zonder directe banden met Davis, wereldwijd om de methode verder te onderzoeken.
Sinds 2001 zijn er meer dan 25 wetenschappelijke artikelen en proefschriften verschenen over de Davis-methode. Deze onderzoeken komen uit Europa, Azië, Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland en Noord-Amerika.
Wil je meer lezen over onderzoek naar de Davis-methode voor dyslexie, dyscalculie en AD(H)D? Ga dan naar onze speciale pagina over Davis-onderzoek.
Meer informatie over het onderzoek naar de Davis-methode voor autisme vind je hieronder.
Voor informatie over de Davis-leerstrategieën voor leerkrachten in het basisonderwijs en casestudies over dit effectieve programma voor in de klas, ga naar Davis Learn.
In Australië wordt momenteel een klinische haalbaarheidsstudie uitgevoerd om de effectiviteit van het Davis-concepten voor het leven-programma te onderzoeken. Deze studie richt zich op autistische mensen of mensen die zich identificeren met autistische kenmerken. Het doel is te kijken of het programma hen kan helpen met meer zelfbewustzijn en beter functioneren. Ook wordt onderzocht of het programma psychische problemen kan verminderen, zoals (sociale) angst, emotioneel lijden en somberheid. Het onderzoek bestaat uit kwalitatieve casestudies in een klinische psychologische setting. Daarnaast vinden er kwantitatieve evaluaties van de klinische uitkomsten plaats, zowel direct na het programma als een jaar later.
De studie begon in 2016. Het is een onafhankelijke onderzoekssamenwerking tussen een senior klinisch psycholoog bij Developing Me Psychology en de School of Behavioural and Health Sciences van de Australian Catholic University (ACU). De senior klinisch psycholoog is inmiddels ook een gelicenseerde Davis-counselor.
Tot nu toe hebben meer dan 60 personen in de leeftijd van 9 tot 73 jaar aan het onderzoek deelgenomen. Het programma bevat nog niet de nieuwe sociaal-emotionele concepten die in 2023-2024 zijn toegevoegd. De voorlopige kwalitatieve resultaten van de casestudies laat zien dat de meeste deelnemers “duidelijke ontwikkelingswinst, betere mentale gezondheid en klinisch significante veranderingen in meerdere aspecten van het leven” ervaren.
Daarnaast werd een groep van 14 volwassenen geselecteerd voor gedetailleerde analyse door ACU-onderzoekers. De eerste kwantitatieve bevindingen zijn veelbelovend. De deelnemers gaven aan dat hun zelfbewustzijn en psychologisch welzijn verbeterd waren. Deze eerste resultaten suggereren dat er mogelijk een grotere pilotstudie volgt. Ook al moet de definitieve uitkomst nog gepubliceerd worden.
De voortgang van de studie laat een aanzienlijk hiaat zien bij huidige interventies voor autistische mensen. Autistische personen hebben vaak grote problemen in hun algemeen en sociaal functioneren. Daarnaast melden ze vaak ook aanzienlijke mentale gezondheidsproblemen. Dit komt overeen met onderzoek dat aangeeft dat er hogere percentages zijn van angst, depressie en emotionele dysregulatie (Hollocks e.a., 2019; Lever & Geurts, 2016). Ondanks de groeiende bewustwording zijn er weinig evidence-based interventies die deze mentale gezondheidsbehoeften ook mee aanpakken. Dit laat het belang zien van onderzoek naar gerichte, effectieve programma’s. Als ze effectief is, kan het Davis-programma een waardevolle aanvulling vormen op ondersteunende hulpmiddelen en interventies voor autistische kinderen, tieners en volwassenen.
Om door te gaan naar de volgende onderzoeksfase, worden financieringspartners gezocht.
Referenties:
• Hollocks, M. J., Lerh, J. W., Magiati, I., Meiser-Stedman, R., & Brugha, T. S. (2019). Angst en depressie bij volwassenen met een autismespectrumstoornis: een systematische evaluatie en meta-analyse. Psychological Medicine, 49(4), 559-572.
• Lever, A. G., & Geurts, H. M. (2016). Psychiatrische samen voorkomende symptomen en stoornissen bij jonge, middelbare en oudere volwassenen met een autismespectrumstoornis. Journal of Autism and Developmental Disorders, 46(6), 1916–1930. Hieronder volgen de samenvattingen van de twee aangehaalde onderzoeken:
1. Angst en depressie bij volwassenen met een autismespectrumstoornis: een systematische evaluatie en meta-analyse
Auteurs: Matthew J. Hollocks, Jian Wei Lerh, Iliana Magiati, Richard Meiser-Stedman, Traolach S. Brugha
Samenvatting:
“Volwassenen met autisme (ASS) hebben een groter risico op geestelijke gezondheidsuitdagingen. Angst en depressie komen het vaakst voor. Tot nu toe was er echter geen systematische evaluatie van angst en depressie specifiek bij volwassenen met ASS. Deze studie onderzocht de percentages van angst en depressie bij volwassenen met ASS.
Er werd ook gekeken naar factoren die de prevalentie beïnvloeden, zoals de gebruikte beoordelingsmethoden en het al dan niet aanwezig zijn van een verstandelijke beperking (VB). De onderzoekers zochten naar studies gepubliceerd tussen januari 2000 en september 2017. Ze vonden 35 studies, waarvan 30 over angst (26.070 deelnemers, gemiddelde leeftijd 30,9 jaar (+ of – 6,2 jaar)). Over depressie vonden ze 29 studies (26.117 deelnemers, gemiddelde leeftijd 31,1 jaar (+ of – 6,8 jaar).
De studie schatte de prevalentie van angst bij volwassenen met ASS op 27% momenteel en 42% levenslang. Voor depressie was dat 23% momenteel en 37% levenslang. Verdere analyses toonden aan dat het gebruik van vragenlijsten en de aanwezigheid van VB de prevalentie aanzienlijk kunnen beïnvloeden.
De resultaten laten zien dat er veel variatie is in de onderzoeksmethoden. Er is te veel afhankelijkheid van klinische monsters. Dit benadrukt de noodzaak van studies die zijn gebaseerd op de bredere gemeenschap en goed gedefinieerde monsters. Dit kan helpen om onnauwkeurigheden in de prevalentie van geestelijke gezondheidsuitdagingen bij volwassenen met ASS te verminderen.”
Referentie: Hollocks, M. J., Lerh, J. W., Magiati, I., Meiser-Stedman, R., & Brugha, T. S. (2019). Angst en depressie bij volwassenen met autismespectrumstoornis: een systematische review en meta-analyse. Psychological Medicine, 49(4), 559–572.
2. Psychiatrische samen voorkomende symptomen en stoornissen bij jonge, middelbare en oudere volwassenen met een autismespectrumstoornis.
Auteurs: Anne G. Lever, Hilde M. Geurts
Samenvatting:
“Hoewel psychiatrische problemen minder vaak voorkomen bij ouderen, is het onbekend of dit ook geldt voor mensen met autisme (ASS). We onderzochten psychiatrische symptomen en stoornissen bij jonge, middelbare en oudere volwassenen met en zonder ASS (Nmax = 344, leeftijd 19-79 jaar, IQ> 80). De symptomen waren vergelijkbaar met andere psychiatrische patiënten, maar de niveaus van symptomen en psychische stress waren hoog tijdens de volwassenheid. 79% voldeed ten minste één keer aan de criteria voor een psychiatrische stoornis. Depressie en angst kwamen het meest voor. Oudere volwassenen voldeden echter minder vaak aan de criteria voor een psychiatrische diagnose dan jongere volwassenen, vooral bij sociale fobie. Daarom komen psychiatrische problemen, ondanks psychische nood, ook minder vaak voor bij oudere mensen met ASS.”
Referentie: Lever, A. G., & Geurts, H. M. (2016). Psychiatrische samen voorkomende symptomen en stoornissen bij jonge, middelbare en oudere volwassenen met een autismespectrumstoornis. Journal of Autism and Developmental Disorders, 46(6), 1916–1930.
Deze samenvattingen bieden inzicht in de prevalentie en aard van gelijktijdig optredende psychiatrische problemen, zoals angst en depressie, bij autistische volwassenen.